Het doorbrengen van de wekelijkse weekendrust in de cabine van de vrachtauto is naar Europees recht verboden. Landen als Frankrijk en België die dit verbod handhaven, hebben daarin juridisch gelijk.

Dat zegt de advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie in een advies in een zaak die was aangespannen door de Belgische wegvervoerder Vaditrans. Het bedrijf maakt bezwaar tegen geldboetes van 1.800 euro die België oplegt aan chauffeurs die toch in hun cabine hun reguliere weekendrust doorbrengen.

België wilde van het Europese Hof vernemen hoe het langdurig rusten in truckcabines zich verhoudt tot het Europese recht. Verordening 561/2006 is op dit punt niet helder. België vindt, met Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk, dat artikel 8 van de verordening wel degelijk op een verbod neerkomt.

De advocaat-generaal bij het Hof, Evgeni Tanchev, gaat in zijn advies in die redenering mee. Dat betekent vrijwel zeker dat ook het Hof zal besluiten dat het verbod op weekendrust in cabines een wettelijke basis heeft. Tot dusver hield het Hof zich hierover op de vlakte.

Het doel van de verordening is de arbeidsomstandigheden van de chauffeur en de verkeersveiligheid te verbeteren. Artikel 8 moet worden uitgelegd in het licht van dat doel, aldus Tanchev, de visie van Vaditrans weerleggend.

De advocaat-generaal heeft onderzoek gedaan naar de handhaving van de verordening in 24 Europese lidstaten. Dat leverde als uitkomst op dat het in negentien landen verboden is de weekendrust in de cabine door te brengen. In de andere vijf landen mag dat wel.

Het standpunt van de advocaat-generaal komt overeen met dat van negen Europese lidstaten, die onlangs een oproep aan de Europese Commissie deden om nu snel met maatregelen te komen die aan misstanden in het Europese wegvervoer een einde maken.

De negen landen (Duitsland, Frankrijk, België, Oostenrijk, Italië, Luxemburg, Denemarken, Zweden en Noorwegen) vinden dat chauffeurs hun weekendrust niet in de cabine mogen doorbrengen en willen dat de Commissie dat standpunt ook inneemt.

Nederland ondertekende de verklaring van de negen landen, de ‘Road Alliance’, niet, mede omdat Nederland vindt dat een chauffeur zijn rustperiodes wel in het voertuig mag doorbrengen. Op de meeste andere punten, waaronder harmonisering van de handhaving van wet- en regelgeving voor het wegvervoer, is Nederland het met de Road Alliance wèl eens.

CNV Vakmensen is blij met het advies van de advocaat-generaal. ‘Een goed advies’, zegt de bond, ‘het wordt hoog tijd dat Nederland eindelijk eens wat gaat doen aan het probleem van kamperende vrachtwagenchauffeurs. Minister Schultz lijkt er geen zin in te hebben, maar die weigerachtige houding is niet langer te handhaven, zegt bondsonderhandelaar Tjitze van Rijssel.

Volgens de bond zijn de meeste parkeerplaatsen langs de weg alleen geschikt voor kortere rustperiodes. ‘Wat we nu zien, is dat met name Oost-Europese chauffeurs vaak maandenlang van huis zijn en onderweg kamperen op plekken zonder geschikte voorzieningen.’

De vakbeweging vindt dat de werkgevers van chauffeurs ervoor moeten zorgen dat hun mensen onderweg kunnen uitrusten in vaste slaapgelegenheden, zoals hotel- en motelkamers. De Tweede Kamer nam vorig jaar een motie aan waarin wordt aangedrongen op een cabineverbod tijdens de wekelijkse rust.

Minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu noemde die motie echter ‘onuitvoerbaar’, omdat de Inspectie Leefomgeving en Transport het verbod niet zou kunnen handhaven. ‘We vragen de minister om haar hakken uit het zand te halen en die motie gewoon uit te voeren’, zegt CNV-bondsonderhandelaar Van Rijssel.

http://www.nieuwsbladtransport.nl/Nieuws/Article/ArticleID/52413/ArticleName/Hofdoorbrengenwekelijkserustincabineisverboden?utm_source=ntemail&utm_medium=nieuwsbrief&utm_campaign=ntemail